Het studeren in de masterfase geeft bij veel studenten een positieve beweging aan hun motivatie: ze hebben bewust voor een zekere specialisatie gekozen, en krijgen steeds meer het gevoel dat ze dichter bij ‘hun’ vak komen. Maar met enige regelmaat kom ik echter studenten tegen waarbij ik merk dat het studeren in de masterfase voor hun beduidend lastiger is dan in de bachelorfase. Bij een aantal herken ik gedrag uit het (hele brede) spectrum van autisme. Soms is een student daar open in en komt er zelf mee naar voren. Dat helpt mij enorm om snel een aantal maatregelen te nemen, vooral ten aanzien van de keuze van afstudeeronderwerp en passende begeleider. Laatst is een student bij me afgestudeerd met PDD-NOS. Ik heb hem uitgenodigd met mij een gesprek te hebben om zijn ervaringen te delen. Dat gesprek is voor mij aanleiding eens op te schrijven hoe ik het begrijp en hoe ik voor mezelf een aantal praktische regels heb om de begeleiding beter te doen. Dit is niet heel eenvoudig want elke student is natuurlijk weer net even anders. Hieronder heb ik een en ander samengevat. Overigens denk ik dat ook alle andere studenten van de richtlijnen kunnen profiteren, maar voor hen is het minder noodzakelijk.
- Zoveel mogelijk vakken afronden met een tentamen i.p.v. een verslag. Het doen van tentamens is veel fijner dan het afronden van een vak met een rapport en een mondeling: bij een tentamen zijn de doelen dichtbij en concreet. Bij een verslag is het einddoel van het verslag veel onduidelijker en ongrijpbaarder. De hele masterfase is sowieso minder gestructureerd, omdat er projecten zijn, verslagen, sommige vakken hebben een mondeling. Vaak worden ook vakken op andere locaties dan de studenten gewend zijn gegeven (bv. een vak van een andere faculteit, of in een ander gebouw). Dit geeft extra stress.
- Probeer zo duidelijk mogelijk te zijn bij het begeleiden van het project. Het doen van onderzoek bij het afstudeerproject is heel moeilijk: er is veel minder structuur dan wanneer je vakken volgt en een tentamen hebt. Dit geeft extra stress voor iemand met autisme, je weet niet wat je kunt verwachten of wat je moet doen. Plannen kan lastig zijn wanneer de student hiervoor niet veel skills heeft opgebouwd, of wanneer het lastig te voorspellen is, zoals meestal bij onderzoek, wat er gaat gebeuren en welke problemen de student zal tegenkomen.
- Geef regelmatig positieve feedback. Wanneer de student zelf onderzoek doet i. p. v. tentamens te maken en vakken te volgen, krijgt die minder duidelijke positieve feedback dat het goed gaat. Bij tentamens is er elke keer een cijfer. Gedurende het onderzoek ontbreekt zulke duidelijke feedback, dit geeft veel onrust en onzekerheid.
- Probeer tegenslagen te bespreken. Bij het zelf onderzoek doen, lukt het natuurlijk soms niet. Er is bijvoorbeeld gedurende een tijd een probleem waar de student niet uit komt. Dit maakt dat het voelt alsof er geen voortgang is. Bij het doen van vakken is er altijd die voortgang, omdat bij elk hoorcollege nieuwe stof behandeld krijgt. Studenten vinden het erg moeilijk om met deze tegenslagen om te gaan. Het is erg frustrerend, wanneer de oplossingen voor de problemen niet werken.
- Help de student vooral in de beginfase goed met de onzekerheid. Wanneer de student aan het onderzoek begint, weet die nog niet waar het naar toe moet gaan. De student weet weinig van het vakgebied af, en heeft het gevoel dat de mensen om hem of haar heen veel meer ervan weten (bijvoorbeeld de begeleider, hoogleraar, mede-studenten). Literatuur onderzoek helpt hier wel iets, maar vaak duurt het toch best een tijd voor de student het gevoel krijgt de materie te beheersen en aardig te begrijpen. Dit hebben natuurlijk alle studenten, maar voor studenten met een vorm van autisme geeft dit erg veel onzekerheid, onrust en stress.
- Denk ook na over de randvoorwaarden. Met medestudenten op een studentenkamer zitten, is erg lastig. De medestudenten praten soms (niet altijd over studiegerelateerde dingen), ze typen of beantwoorden hun telefoon. De printer en magnetron, om maar wat te noemen, kunnen erg storend zijn. Vaak zijn studenten met autisme erg gevoelig voor alle prikkels, geluid, licht etc. Ze merken veel meer op, en kunnen niet goed selectief filteren. Probeer maar eens om een paar minuten ALLE geluiden om je heen even hard te horen, en dus niet te filteren wat je wilt horen. Zo moet een autist het altijd ervaren volgens mij. Een idee is om een koptelefoon aan te raden. Ook wordt het normaal gevonden dat er met de medestudenten wordt gepraat. Dit kost een student met autisme veel energie. Het kan best leuk zijn soms, als het met iemand klikt of het over een leuk onderwerp gaat. Maar het kost iemand met autisme veel energie, om alle lichaamstaal en woorden te verwerken en daar ‘juist’ op te antwoorden.
- Let op bij de voorbereiding van het eindpraatje. Bij het afstuderen moet er een presentatie worden gegeven. Dit kan lastig zijn, omdat er tijdens de presentatie een heleboel mensen naar de student kijken. Veel studenten, en zeker die met autisme vinden het zelf erg eng om de meeste mensen in de ogen te kijken, maar bij een presentatie moet je wel het publiek in kijken. Ik raad altijd aan net boven de mensen te kijken, boven hun ogen, heen en weer, zodat ze niet in de gaten hebben dat er niet direct in hun ogen wordt gekeken. Dit geldt vooral voor situaties met grote groepen. In een één-op-één gesprek, lukt het studenten met autisme vaak wel mensen aan te kijken (maar niet te veel, want ogen geven zoveel prikkels en dus kost het energie).
- Wees een coach, maar stimuleer de student ook anderen in te schakelen. Tijdens het afstuderen, vooral in de laatste periode, zijn de meeste studenten vaak extra gestresst (voor studenten met autisme kan dit ook mede veroorzaakt worden door bovenstaande redenen). Vragen als “krijg ik het wel op tijd af? Hoe gaat het, na mijn presentatie / examen?” spelen een belangrijke rol. Het kan best lastig zijn om met deze stress om te gaan. Als er een goede band is met iemand, bijvoorbeeld met de ouders, vrienden of vriend(in), raad ik vaak aan om er eens over te praten (of eventueel bij een therapeut, als die er is). Overigens raad ik altijd studenten aan om zich te melden bij de studentenpsycholoog, maar vaak is dat contact al gelegd gelukkig.
- Probeer in te schatten of de student overvraagd wordt. Door alle prikkels van het studeren, en de stress, kan het zijn dat een student met autisme vaak moe is. Belangrijk is, om het onderzoek leuk en interessant te houden, en de hoeveelheid prikkels te beperken (zie eerder). Hoe met de moeheid om te gaan, dat kan lastig zijn. Medestudenten begrijpen het vaak niet. Voor hen is het normaal om veel te socialiseren, uit te gaan, ed. Als er niet zo veel aansluiting is bij medestudenten en er is behoefte aan contact, is het een idee om dat contact ergens anders te zoeken, bijvoorbeeld online (via social media of een forum of website, bijvoorbeeld).
- Maak duidelijke en zoveel mogelijk vaste afspraken. Het is voor mensen met autisme belangrijk dat dingen hetzelfde zijn. Bijvoorbeeld een wekelijke afspraak met de begeleider, bij voorkeur iedere keer op dezelfde tijd en plaats. Indien de begeleider niet kan, is het belangrijk om de student dit zo snel mogelijk te laten weten (bv. via email), zodat hij/zij zich daarop kan voorbereiden en niet uiteindelijk voor een dichte deur staat te wachten. Zeg duidelijk tegen de student wat er van hem/haar verwacht wordt en wat er gaat gebeuren, tijdens maar ook net na het afstuderen. Wat moet de student hiervoor doen? Zeg duidelijk hoe dingen zullen gaan tijdens zijn/haar presentatie en examen. Bij voorkeur laat men de student de ruimte(s) zien van tevoren zodat hij/zij weet hoe de kamer er uit ziet straks (en er dus minder prikkels zullen zijn). Ook is het verstandig om de student een keer te laten oefenen, bij voorkeur in deze ruimte met ongeveer dezelfde mensen, zodat deze groep niet geheel nieuw is.
Op internet vond ik nog deze video, erg goed, er is ook nog een deel 2 en deel 3. Kijk maar eens als begeleider om het te snappen, en voor de student met autisme die dit leest voor de herkenning!
Als iemand nog meer tips heeft, laat het weten via de comments, of stuur me een email: m.steinbuch@tue.nl.
Dit is op HOF- en bijzaken herblogden reageerde:
Een geweldig verslag van Maarten Steinbuch over het begrip en practische tips bij de begeleiding van studenten met autisme in de Masterfase ….